Nog niet zo lang geleden was landbouwgebied de Zegge in Geel een school-voorbeeld van een landinrichting voor de overheid. Vandaag liggen de kaarten er anders.

De laatste maanden is er veel berichtgeving over de verdrogings-problematiek in het naburige natuurreservaat de Zegge.

Er wordt met een vermanend vingertje naar de landbouwersector gewezen als boeman voor de verdroging. Uit sommige hoeken klinkt de haastige beschuldiging dat de bemalingen in het landbouwgebied ervoor zorgen dat het reservaat verdroogt.

Momenteel loopt er een ecohydrologische studie om de juiste oorzaak, omvang en omkeerbaarheid van de verdroging te onderzoeken én een mogelijke set van maatregelen te bepalen om ervoor te zorgen dat de natuurtypes in het reservaat de Zegge behouden blijven.

Boerenbond en de lokale landbouwers betreuren de voorafnames, terwijl het onderzoek nog loopt dat de landbouwsector de veroorzaker van dit probleem is en zal moeten wijken.

Ook het feit dat ingevolge het lopende proces de bedrijfsvoering van de aanwezige landbouwers in het gebied "on hold" wordt gezet en dit zonder enig flankerend beleid, is onaanvaardbaar.

Om dit kenbaar te maken werden actieborden in het gebied geplaatst.

Om het belang van het landbouwgebied te kennen, keren we terug naar de jaren '60. Na de Tweede Wereldoorlog stak hongersnood de kop op. Om die hongersnood te counteren werd, naast enkele andere Kempense landbouwgebieden, het landbouwgebied de Zegge op initiatief van de Nationale Maatschappij voor Kleine Landeigendommen, thans de VLM ontgonnnen uit het voormalig moerasgebied Geels Gebroekt.

Het natuurreservaat de Zegge is het enige restant dat overbleef. Er werden pompen geïnstalleerd om de gronden landbouwkundig interessant te maken.

Een deel van het weggepompt water komt in een buffergracht langs
het reservaat terecht en houdt het water hier op peil.

Het landbouwgebied de Zegge, waar momenteel onder andere 1/3e van de Geelse melk wordt geproduceerd, werd toonaangevend voor de streek.

Helaas merken we dat de toekomst van landbouw in dit gebied onzeker is. Zeer pijnlijk om te zien dat een landbouwgebied waar in de jaren '60 landbouwers in rijen stonden om één van de gegeerde nieuwe boerderijen over te nemen
zo sterk onder druk staat.

Landbouwer Rob Dierckx die samen met zijn vrouw een melkveebedrijf uitbaat in de Roerdompstraat, is net als zijn collega-landbouwers zeer ongerust.

Robs grootvader kwam in de jaren 60 als eerste landbouwer naar het Zeggegebied en bouwde zeer mooi en dynamisch bedrijf uit.

Rob wil zijn bedrijf klaarmaken voor de toekomst, maar door de verdrogingsperikelen staan deze plannen al een tijdje op losse schroeven. "Om te voldoen aan de vraag en om ons bedrijf rendabel, is een uitbreiding noodzakelijk", geeft Dierckx aan.

"Onze vergunningsaanvraag wordt al gedurende ruime tijd tegengehouden vanwege het terughoudend vergunningenbeleid. Alle mogelijke milieu-effecten zijn goed in kaart gebracht en onderzocht door erkende studiebureaus en de bevoegde administraties.

Alles valt binnen de wettelijk toegelaten normen. Toch krijgen we de vergunning niet. Als ondernemer bots je zo tegen en muur en kunnen we ons bedrijf niet ten volle ontplooien en moderniseren.

De landbouwers, die reeds jaren in het gebied wonen en werken, zien de aantijgingen met lede ogen aan. Zeker omdat de beweringen over het landbouwgebied voortkomen uit aannames die nooit deftig onderzocht
zijn geweest.

De landbouwers vragen aan de overheid om klare wijn te schenken. De ecohydrologische studie zal objectief moeten bepalen waar de toekomst van het gebied ligt.

De mogelijke oplossingen zullen daarna getoetst moeten worden aan de haalbaarheid voor alle betrokken sectoren. Niet enkel de ecologische benadering is hier van belang, maar ook de economische.

In afwachting van het verdere verloop van proces, kan de bedrijfsvoering van de aanwezige landbouwers in het gebied niet "on hold" worden gezet. De enige oplossing die ons dan mogelijk lijkt is om de landbouwbedrijven uit te kopen tegen de correcte prijs.

Landbouwers in de Zegge verdienen respect en ruimte om te ondernemen.'